Wat is de betekenis van pezer?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pezer

m. (-s), iem. die hard werkt.

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

pezer

(1922) (Barg.) inbreker; werkman; vrouwenversierder; ronselaar voor een bordeel. • Pezer: inbreker. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • Enige tijd geleden heeft de heei Van R. een „pezer" in-de kraaj, gepakt en naar het politiebureau gebracht. De pezer (een van de lieden die onder de uitgaander, klanten werven voor de „...

2025-07-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

pezer

vleier, vrouwenversierder: Deze man was nou wat we in Amsterdam een opzitter noemen, een pezer van het zuiverste water, een man die er met geen mogelijkheid van was te weerhouden zijn kansen te wagen ... als hij eenmaal was gevallen op een vrouw, BOTING1 59.

Gerelateerde zoekopdrachten