Wat is de betekenis van Permis?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Permis

(Fr.), o., verlof-, geleibriefje.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Permis

verlofbriefje

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Permis

verlof- of geleibriefje; veroorloofd.

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Permis

verlofbriefje, vergunning; permis de chasse, jachtakte; permis de conduire, rijbewijs; permis de séjour, verblijfkaart.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

permis

(Fr.) o. verlofbriefje, geleibriefje; (ook:) verkorting van sil est permis, als t geoorloofd is, zoveel als: ik vraag (bij t omberspel, quadrillespel enz.).

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

permis

o. (Fr.); zie p e r m i t.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

permis

(per'mi) o. (-) [Fr.] verlof-, geleibrief.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

permis

[Fr.], o. (mv. idem), verlof-, geleibriefje.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

permis

permis - verlof- of geleibrie je; veroorloofd.