Wat is de betekenis van pelsrob?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pelsrob

m. (-ben), pels leverende rob (Arctocephalus ursinus).

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pelsrob

kleine oorrob. kleine oorrob die een dikke pels met een fijne, dichte ondervacht heeft en die meestal op het zuidelijk halfrond voorkomt. Ook van toepassing op de onderfamilie of soort in het algemeen en dan vaak in het meervoud gebruikt. Voorbeelden: De pelsrob, ook wel zeebeer genaamd, is vorige eeuw zo goed als uitgeroeid d...

2025-07-26
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Pelsrob

De pelsrob of zeebeer, heeft onder zijn dekharen prachtige wolharen zitten, waarvan onze dames „sealskin” bontjassen laten maken. De ene familie pelsrob woont in de Beringzee en de andere aan de Zuidkust van Australië; familiebezoeken behoren dus wel tot de moeilijke gevallen. In mei komt men aan land; de mannetjes voorop want zij moeten een goed p...

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pelsrob

m. pelsrobben (pels [sealskin] leverende rob; Lat. arctocephalus ursinus).

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Pelsrob

noemt men zoogdieren van de fam. der oorrobben, die waardevol bont leveren. De bekendste is de beerrob.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pelsrob

m. (-ben), Arctocephalus, geslacht van zeeroofdieren uit de familie oorrobben.