Wat is de betekenis van Peanuts?

2025-07-22
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

peanuts

(zelfstandig naamwoord) [alg.] schijntje, te verwaarlozen, kruimelwerk, klein grut [alg.] stelt niets voor, kinderspel, lachertje [alg.] habbekrats, schijntje, spotprijs - Honderd miljoen voor een echte Rembrandt? Een schijntje voor de miljardair!

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

peanuts

(1967) (< Eng. pinda's) (inf.) een kleinigheid; weinig of niets; een habbekrats. • Wat wij momenteel in Vietnam uitgeven is „peanuts" (apenootjes) voor ons". (Amigoe di Curacao, 29/05/1967) • Wat de regering op tafel legt om bedrijven naar het Noorden of Limburg te lokken is 'peanuts'. (Het vrije volk, 02/12/1971) • Hij pa...

2025-07-22
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Peanuts

Peanuts - (Eng. ‘pinda’s’), een kleinigheid; weinig of niets; een habbekrats. Informeel. De twaalf miljoen guldens die nog aan de verkeerde strijkstok blijven hangen, vindt men bij de Postbank peanuts. Nieuwe Revu, 10-03-90 Het gaat hier echter om peanuts vergeleken met dat ene hoofdinstrument: de huurverhoging. Elsevier, 05-01-91 De exploitatiek...

2025-07-22
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Peanuts

[Eng. = lett.: apenootjes] (inform.) iets kleins, kleine moeite, kinderspel.

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Peanuts

iets onbeduidends

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-22
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten