Pauselijke insignes
noemt men de vsch. onderscheidingsteekens eigen aan den paus, en in ruimen zin ook alle kleedingstukken door den paus alleen gedragen. Tot de eerste belmoren: de falda, de fanone, het succcntorium, de tiara, de ferula; tot de laatste: de witte toog en kalot, de roode muilen, de camauro. Zie de vsch. trefwoorden. Louwerse.