Wat is de betekenis van pauselijk?

bn., 1. tot de Paus behorende, op de Paus betrekking hebbend: de pauselijke waardigheid; de pauselijke stoel; het pauselijk gebied, de Vaticaanse Staat; de pauselijke kroon, de driekroon of tiare; — de pauselijke familie, geestelijken en leken die voor de persoonlijke dienst van de Paus en zijn Hof zijn aangewezen ; — de pauselijke kleu...

pauselijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pau-se-lijk 1. wat op de paus betrekking heeft ♢ wit en geel zijn pauselijke kleuren 2. wat van de paus afkomstig is ♢ de pauselijke brief riep de ge...

bn., bw. (betrekking hebbend op den paus, aan den paus behorende, eigen zijnde of van hem uitgaande): een pauselijke encycliek; pauselijke garde, lijfwacht van den paus: de Edelwacht (Romeinse edelen), de Palatijnse Erewacht (Rom. middenstand), de Zwitserse Garde (Zwitsers) en de Gendarmerie; pauselijke kapel, zangkoor, wanneer de paus officieert;...

bn., 1 . tot de paus behorend, op de paus betrekking hebbend: de pauselijke waardigheid; 2.van de paus afkomstig, van hem uitgaande: een pauselijke bul, encycliek.

Pauselijk - PAUSLIJK, bn. tot den paus behoorende, van den paus : de pauselijke stoel; het pauselijk gebied, de voormalige Kerkelijke Staat; de pauselijke kroon, de driekroon of tiare; — de pauselijke familie, geestelijken en leeken die voor den persoonlijken dienst van den Paus en zijn Hof zijn aangewezen; — van den paus afkomstig, va...

...

...

...