Wat is de betekenis van paswerker?

2025-07-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

paswerker

(de, -s) bankwerker, iemand die metaal bewerkt aan een draaibank. Ik had in de eerste linie meegevochten tijdens de achttiendaagse veldtocht en daarna drie weken in een krijgsgevangenkamp doorgebracht. Zo had ik ervaring uit de eerste hand met wapens en oorlog voeren. Daarna kon ik als paswerker aan de slag in de Gentse fabriek Carels, waar wij wap...

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

paswerker

Pers. die metaal e.d. bewerkt aan een (draai)bank: bankwerker; soms bep.: monteur (in een garagebedrijf). De rechter heeft de hele namiddag gevist en de paswerker heeft een boek gelezen, Vrouw en Wereld juli-aug. 1976, p. 9. Mekaniekers en paswerkers voor pompen en algemene mekaniek, Gazet v. Antw. 21/4/1977.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

paswerker

m. (-s), (gew.) bankwerker, monteur.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten