Wat is de betekenis van Passus?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Passus

(Lat.), m., zinsnede.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Passus

[Lat. passus = schrede, stap, pas] korte samenhangende passage, aaneengesloten deel van een tekst in een boek of geschrift; zinsnede.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Passus

zinsnede

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Passus

zinsnede; voorval

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Passus

passage, plaats.

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Passus

I. passus, a, um, part. van pando, z. a. II. passus, a, um, part. van patior, z. a. III. passŭs, ūs, m. 1. schrede; vand. (poët.), meton. voetstap, tred. 2. pas, lengtemaat van vijf Romeinse voeten, mille passus, een Romeinse mijl (1,5 km).

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

passus

(Lat.) m. 1 schrede; 2 voorval; 3 plaats i. e. boek zinsnede.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

passus

m. (Lat. zinsnede): een passus uit.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

passus

(Lat.), m. schrede: voorval; plaats in een boek.