Passief
(<Fr.-Lat.), I. bn. (...ver, -st), 1. lijdend, lijdelijk: passieve verdediging-, passieve tegenstand’, 2. niet handelende, geen invloed op iets uitoefenend : iets passief moeten afwachten; — passief kiesrecht, recht om gekozen te worden ; 3. (nat., scheik.) geen actieve eigenschappen bezittend: passief ijzer; — (geneesk.) pa...