Wat is de betekenis van Passeeren?

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

passeeren

passeeren - voorbijgaan; te boven gaan ; voorvallen, gebeuren ;doorbrengen, (den tijd) verdrijven.

2025-07-28
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Passeeren

voorbijgaan, dóórtrekken, gebeuren, doorbrengen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Passeeren

Passeeren - (passeerde, heeft en is gepasseerd), doorgaan, doortrekken: eene stad passeeren; de soldaten passeeren deze straat; — voorbijgaan: mag ik u even passeeren ?; de linie passeeren; (zeew.) niets gepasseerd, (bij het praaien van een schip gebezigd), niets voorbijgaan; — (sterrenk.) bij eene maansverduistering passeert de aarde...

2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Passeeren

o.w, - Overgaan, doorgaan, voorbygaan. De Linie passeeren (de linie overtrekken). Niets Gepasseerd (zeetijding, voor: niets voorbygegaan).