Wat is de betekenis van PASSAGEGELD?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Passagegeld

o., 1. geld dat men moet betalen om te mogen passeren; 2. geld dat men voor de overtocht moet betalen, vracht, vervoerloon.

2025-07-28
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Passagegeld

Tolheffing, bijv. in Fryslân op passerende personen, vrachten en vee tussen 1744-1748 en 1751-1795. In 1748 leidden protesten tegen machtsmisbruik tot het Doelistenoproer, waarna het passagegeld werd afgeschaft. In 1751 werd het opnieuw ingevoerd, met als wijziging dat vee dat binnen of buiten Fryslân ter weide ging, van passagegeld was vrijgesteld...

2025-07-28
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

PASSAGEGELD

Belasting (van 1667) op: a. personen die per huurrijtuig of postkoets de prov. verlieten; b. uitvoer van vee, turf en mest. Zie: Tegenw. Staat iv, 438.

Gerelateerde zoekopdrachten