Wat is de betekenis van Paspel?

2025-07-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Paspel

(passepoil) smalle omboording (kleding); afwerking van zakken, knoopsgaten

2025-07-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Paspel

paspel, galon, biesje.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

paspel

[Fr. passepoil], m., (kleermakerij) smalle omboording, b.v. van knoopsgaten.

Gerelateerde zoekopdrachten