Wat is de betekenis van Pasklaar?

bn., 1. gereed om gepast te worden: het kostuum is morgen pasklaar ; 2. zo klaar of gereed gemaakt dat het geheel past: de stoffeerder ivas bezig het kleed pasklaar te maken, zo te snijden dat het geheel in de kamer paste; — het is nog niet pasklaar, nog niet geheel passend gemaakt; — (fig.) die nieuwe denkbeelden werden voor de grote...

Initiatief waarin extra maatregelen waren genomen om werkgevers leerwerktrajecten te laten aanbieden.

bn., bw. (1 kleerm. zover klaar, dat het op proef aangepast kan worden; 2 fig.: zo klaar gemaakt, dat het geheel past): 1. de mantel pasklaar maken; 2. denkbeelden pasklaar gemaakt voor de kiezers.

('pas) bn. (...klare) 1. gereed om gepast te worden: het kostuum is morgen -. 2. zo klaargemaakt dat het voor bepaalde personen past: boeken gemaakt voor kinderen.

bn., 1. gereed om gepast te worden: het kostuum is morgen pasklaar; 2. zo klaar of gereedgemaakt dat het geheel past: de stoffeerder was bezig het kleed te maken; (fig.) die nieuwe denkbeelden werden voor de grote massa gemaakt, in meer verstaanbare vorm gegoten; pasklare antwoorden, oplossingen.

Pasklaar - bn. zoo klaar dat het geheel past : de stoffeerder was bezig het kleed pasklaar te maken, zoo te snijden dat het geheel in de kamer paste; — het is nog niet pasklaar, nog niet geheel passend gemaakt; — het kostuum is morgen pasklaar, gesneden en geregen, dus geschikt om aangepast te worden.

...

...

...