Wat is de betekenis van Pasgeld?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pasgeld

o., ruilgeld voor kleine betalingen, pasmunt.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

pasgeld

kleingeld; geld vir ‘n pas.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pasgeld

('pas) o. kleingeld.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pasgeld

o., ruilgeld voor kleine betalingen, pasmunt.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pasgeld

Pasgeld - o. kleingeld.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten