Wat is de betekenis van Parure?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Parure

(Fr.), v., opschik, tooi; — sieraad van juwelen, stel met edele stenen, bestemd om tegelijk gedragen te worden.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Parure

[Fr., van parer = versieren, Lat. pararee te voorschijn laten komen, bereiden, toerusten, goed inrichten] 1 tooi, opschik; 2 (cul.) afsnijdsel van vis of vlees.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Parure

(paruur) juwelenset; opschik

2025-07-24
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Parure

(Fr., versiersel, sieraad), stel bij elkaar behorende juwelen, meestal bestaande uit een broche, halsketting, oorbellen en armbanden. Een demi-parure omvatte slechts bijv. een broche met oorbellen of een halssnoer met oorbellen.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Parure

tooi, sieraad van juwelen; garnituur.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

parure

(Fr.) v. opschik; pronkgewaad; garnituur met diamanten; stel bijeenbehorende boord en manchetten.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

parure

v. parures (Fr. tooi; kraag en manchetten; inz. een stel met edele stenen): de parure bestaat uit zeven stukken; ook, paruur.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

parure

v. (-s) [Fr.] → paruur.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

parure

parure - v., tooisel, sieraad; garnituur van parelen of edelgesteenten; stel bijeen behoorende boord en manchetten; pronkgewaad.