Wat is de betekenis van Parlevink?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Parlevink

m. (-en), 1. vink die nu eens in’t hout, dan weder op het nabijgelegen land of in de bomen of struiken om de vinkenbaan heen en weer vliegt; 2. iem. die geen vast beroep of verblijf heeft; parlevinker.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

parlevink

m. parlevinken (vink, die nu eens in 't hout, dan weer op het nabij gelegen land aan de vinkenbaan heen en weer vliegt).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

parlevink

(parlə'vink) m. en v. (-en) 1. Eig. vink die eens in het hout, dan weer op het nabijgelegen land om de vinkenbaan heen en weer vliegt: de -en doen veel schade aan de vinkerij. 2. Metf. parlevinker.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

parlevink

(-en), 1. v./m., vink die nu eens in het hout, dan weer op het nabij gelegen land of in de bomen of struiken om de vinkenbaan heen en weer vliegt; 2. m., parlevinker.