Wat is de betekenis van pardessus?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pardessus

(Fr.), m., overjas.

2025-07-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pardessus

overjas Ben stak de uiteinden van zijn wollen sjaal links en rechts onder zijn oksel, zette de kraag van zijn pardessus recht, en liet de bel kort en krachtig rinkelen toen hij de deur achter zich dichttrok. (Geertrui Daem, Het verdeelde huis) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 3

2025-07-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pardessus

(de, -) overjas, (winter)jas. Een zware 5-3 nederlaag en een met duivenpoep besmeurde pardessus: meer hield Bob Van Jole, algemeen directeur van Germinal Beerschot, niet over aan de verplaatsing naar de aartsvijand. - GvA, 04-11-2002.

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pardessus

[Fr., van par-dessus = boven over] lichte herenoverjas.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pardessus

overjas

2025-07-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pardessus

Overjas, winterjas. Mijnheer, zei hij, hier is mijne pardessus, kunt ge daar nog ’ne schone veston uit maken? Pallieterke 24/3/1949. Hij knoopt zijn pardessus over zijn fraaie halsdoek dicht en verlaat de herberg, TEIRLINCK 1952, 2, 23. Waarom had hij ook de bus niet genomen? Hij zou de weken die volgden immers tijd te over hebben om...

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Pardessus

verouderd voor: overjas.

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Pardessus

overjas; pardessus de demi-saison, demi.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pardessus

m. pardessus, pardessuutje (Fr. overjas, demi-saison) (enkelv. pardessus = su; mv. pardessus = suus).