Wat is de betekenis van Parcus?

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Parcus

1. spaarzaam, niet verkwistend, in slechte zin = karig, zuinig, gierig, absol., Cic., pecuniae, Suet.; (in andere opzichten) zich beperkend, matig, vini, Suet., in largienda civitate, Cic., in cibum, Iust. 2. overdr., spaarzaam = gering, weinig; vand. poët., verba, zachte, verschonende. Ov., parcā die, in...

2025-07-25
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten