Paneelzager
m. (-s), inbreker, dief, inz. iem. die zich toegang weet te verschaffen door een paneel uit te zagen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), inbreker, dief, inz. iem. die zich toegang weet te verschaffen door een paneel uit te zagen.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (19e eeuw) (Amsterdam, spot.) aanhanger van de Doleantie of dolende gemeente (1886), die niet erg broederlijk met de Hervormden samenging. Zo'n aanhanger zou een deurpaneel in de Nieuwe Kerk hebben uitgezaagd om zich toegang te verschaffen. • En al moge zijn uiterlijk geen vertrouwen, vriendschap of sympathie opwekken, al tracht men hem doo...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. paneelzagers (inbreker, die een paneel doorzaagt, en zo inbreekt; ook, spotn. dolerende, omdat bij een conflict de Dolerenden panelen uit de kerkdeur zaagden, om zich toegang te verschaffen).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: