Wat is de betekenis van Pander?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pander

m. (-s), 1. (oudtijds) ambtenaar die de gerechtelijke beslaglegging op iets verricht, die voor de schuldeiser de panden in beslag neemt en soms ook executeert. 2. iem. die iets in pand neemt.

2025-07-24
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Pander

Pier; geb. Drachten 20 juni 1864, overl. Rome 6 september 1919. Woonde en werkte in Amsterdam, Parijs; van ca. 1890 af in Rome. Leerling van de Quellinusschool olv. Collinet, van de Rijksakademie te Amsterdam, de Ecole des Beaux-Arts te Parijs en trok na het verkrijgen van de Prix de Rome in 1887 naar Italië (Rome). Beeldhouwer van portretten,...

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pander

I. koppelaar; (pluimstrijkende) handlanger; II. koppelen, voor koppelaar spelen; pander to a man’s vices, zich richten naar, ter wille zijn.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pander

m. panders (oorspr. ambtenaar die de panden in beslag neemt; ook: pandhouder).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pander

m (-s) pandhouder.

2025-07-24
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Pander

Pier Pander was een Nederlands beeldhouwer, een schipperszoon, die in 1864 te Drachten (Friesland) werd geboren en in 1919 te Rome stierf. Wegens zijn bijzondere vaardigheid in het houtsnijden, die vroegtijdig werd opgemerkt, werd Pier in de gelegenheid gesteld zich eerst aan de Quellinusschool te Amsterdam en daarna te Parijs in de beeldhouwkunst...

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Pander

Pander - 1) Pier, Nederlandsch beeldhouwer, geb. 1864 te Drachten in Friesland, gest. 1919 te Rome. Zoon van een schipper. Hij werd om zijn vaardigheid in ’t houtsnijden opgemerkt en ter ontwikkeling van zijn gaven gezonden naar de Quellinus-school te Amsterdam van 1880-1882, en vervolgens naar de Ecole des beaux Arts te Parijs. Zoo ontwikkelde hij...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Pander

Christian Heinrich, Russisch zoöloog, *12.M794 Riga, ♰22.9.1865 Sint-Petersburg. Pander studeerde in Jena en Würzburg. Hij is met E.von baer de grondlegger van de ontwikkelingsgeschiedenis van de gewervelde dieren. Pander toonde als eerste aan dat het vogellichaam uit drie kiembladen ontstaat. Ook op het gebied van de vergelijkende osteol...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pander

Pander - m. (-s), iem. die iets in pand geeft; iem. die iets in pand neemt; deurwaarder, gerechtelijk pandverkooper.