palmier
(de, -s) palm, palmboom.
Walter De Clerck (1981)
Palmboom; - palm. inz. ter aand. van versch. palmen (als kamerplanten), bijv. dadelpalm, dwergpalm, kokospalmpje. Van Amerika had hij een portret van Lincoln meegebracht, dat tussen twee Amerikaanse vlaggen en twee palmiers in de voorkamer hing, LIA TIMMERMANS 1962, 120.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: