Wat is de betekenis van Pallieter?

1. held van een roman van F. Timmermans. 2. m. (-s), (fig.) (Zuidn.) levenslustige kerel.

(1912) levenslustige, zorgeloze man die woont op een groene plek net buiten de vesten van Lier. Naar de gelijknamige roman van Felix Timmermans. Van het boek zijn maar liefst één miljoen exemplaren verkocht. Zie ook: pallieteren*. • Pallieter, de beroemd geworden roman van de Vlaamse levensvreugde van Felix Timmermans, verscheen...

(de, -s) onbezorgde, levenslustige kerel, levensgenieter, vrolijke Frans. Herman Helleputte is en blijft een Pallieter. Een levensgenieter die na 30 jaar Lierse nu in Beveren een nieuwe uitdaging heeft. - HN, 10-08-2002.

levenslustige vent

In toep. op een persoon die zorgeloos en uitbundig leeft: levenslustige kerel, vrolijke Frans; levensgenieter, levenskunstenaar; epicurist; ook: smulpaap. Genoemd naar de hoofdpersoon van een roman van Felix Timmermans. Afl.: pallieteren, van het leven genieten, zorgeloos en uitbundig leven, er een Bourgondische levenswijze op nahouden.

levenslustig man naar held van roman van F. Timmermans.

1. (Z.-N. held van een gelijknamige roman van Felix Timmermans; die roman); 2. pallieter, m. pallieters (Z.-N. levenslustige kerel).

(pal'litər) m. (-s) Eig. [Z. N. levenslustige kerel] titel van een roman van F. Timmermans.

hoofdpersoon uit het gelijknamige boek van Felix Timmermans, die hem getekend heeft als de verheerlijker van Gods schepping; in Vlaanderen vervolgens de tot een begrip geworden figuur van levensgenieter.