Wat is de betekenis van pall?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pall

1. baarkleed, lijkkleed; fig mantel, sluier. 2. verzadigen; doen walgen; 3. pall (up)on one, iemand (gaan) tegenstaan of vervelen.