Wat is de betekenis van Pachtersoproer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pachtersoproer

o., (hist.) volksopstand tegen de pachters (3.) der belastingen.

2025-07-28
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Pachtersoproer

Beroering die vooral gericht was tegen de verpachting van belastingen (o.a. op graan) en op 26.5.1748 vanuit het buurgewest Stad en Lande oversloeg naar Fryslân. Het oproer begon met de vernieling van de zgn. chercherhuisjes (tolhokjes van belastinginners, vaak naast graanmolens) bij Burgum en Eastermar. In Leeuwarden gingen de arme rechteloze inwo...

2025-07-28
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Pachtersoproer

Pachtersoproer - In de 18de eeuw ontstond een groeiend verzet tegen de wijze, waarop de pachters van landsmiddelen hun verplichtingen nakwamen. Overal zag men, dat die pachters van de belastingen binnen korte tijd schatrijk werden. In 1748 ontstonden daartegen in Friesland en Groningen, daarna ook in Haarlem, Leiden en Den Haag, openbare protesten,...

2025-07-28
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Pachtersoproer

zie Oproer 1748

2025-07-28
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

PACHTERSOPROER

In 1748 barstte het verzet tegen de belastingen op granen, vooral tegen de verpachting hiervan, los. Deze belastingen drukten vooral op het gewone volk. De hokjes der commiezen (‘chergers’) bij de molens werden omvergesmeten. Het verzet begon te Bergum en ging steeds verder; te Lwd. traden de Vlietsters op. De regenten waren machteloos...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pachtersoproer

('pachtərz) o. (-en) Eert. volksoproer tegen de pachters van de belastingen.