Pachtersoproer
o., (hist.) volksopstand tegen de pachters (3.) der belastingen.
Meindert Schroor PhH (2016)
Beroering die vooral gericht was tegen de verpachting van belastingen (o.a. op graan) en op 26.5.1748 vanuit het buurgewest Stad en Lande oversloeg naar Fryslân. Het oproer begon met de vernieling van de zgn. chercherhuisjes (tolhokjes van belastinginners, vaak naast graanmolens) bij Burgum en Eastermar. In Leeuwarden gingen de arme rechteloze inwo...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)
Pachtersoproer - In de 18de eeuw ontstond een groeiend verzet tegen de wijze, waarop de pachters van landsmiddelen hun verplichtingen nakwamen. Overal zag men, dat die pachters van de belastingen binnen korte tijd schatrijk werden. In 1748 ontstonden daartegen in Friesland en Groningen, daarna ook in Haarlem, Leiden en Den Haag, openbare protesten,...
P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
In 1748 barstte het verzet tegen de belastingen op granen, vooral tegen de verpachting hiervan, los. Deze belastingen drukten vooral op het gewone volk. De hokjes der commiezen (‘chergers’) bij de molens werden omvergesmeten. Het verzet begon te Bergum en ging steeds verder; te Lwd. traden de Vlietsters op. De regenten waren machteloos...
Jozef Verschueren (1930)
('pachtərz) o. (-en) Eert. volksoproer tegen de pachters van de belastingen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: