pachakroet
(1950) (Vlaanderen, scheldw.) nietsnut; een snoever of windbuil. Soms ook: onbetrouwbaar sujet. Van het Arabisch 'basha kharut' (pocher). In het Nero-stripverhaal ‘De hoed van Gerard de Duivel’ (1950) wordt de duivel door madam Pheip uitgescholden voor bokkenbaard en pachakroet. • (Woordenboek van de Brabantse dialecten. 1967) &bu...