Overtijgen
(overtoog, heeft overtogen), overtrekken, geheel bedekken: een gloeiend rood overtoog zijn gelaat; de dikke wolken waarmee de hemel overtogen was.
Van Dale Uitgevers (1950)
(overtoog, heeft overtogen), overtrekken, geheel bedekken: een gloeiend rood overtoog zijn gelaat; de dikke wolken waarmee de hemel overtogen was.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(overtoog, heeft overtogen), 1. overtrekken, geheel bedekken: een gloeiend rood overtoog zijn gezicht; 2. bedekken en daardoor aan het oog onttrekken; (fig.) met een waas van geheimzinnigheid overtogen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: