Overstroomen
Overstroomen - (stroomde over, heeft overgestroomd), over den rand stroomen : de emmer stroomde over; (flg.) vol zijn : zijn mond stroomde over van loftuitingen; —, (overstroomde, heeft overstroomd), stroomende bedekken, onder water zetten ; de rivier heeft het land overstroomd; (fig.) Califomië werd door gelukzoekers overstroomd, ontzet...