Wat is de betekenis van Overrok?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overrok

m. (-ken), 1. rok (vrouwenkledingstuk), die over een andere wordt gedragen; 2. (veroud.) overjas.

2025-07-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

overrok

overrok - Rokken die over andere rokken worden gedragen; wanneer de overrok onderdeel is van een japon vaak naar opzij gedrapeerd, zodat de onderrok zichtbaar is.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overrok

m. -rokken (jas of mantel over gewone kleren, ietwat vero.; van vrouwen: bovenrok): hij droeg een groene overrok.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overrok

m. (-ken), 1. rok (van vrouwen), die over een andere wordt gedragen; 2. (vero.) overjas.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overrok

Overrok m. (-ken), rok (vrouwenkleedingstuk), die over een anderen wordt gedragen; groote overjas.