Overluid
I. OVERLUID bn. bw., zeer of al te luid. II. OVERLUID’ bw., hoorbaar, hardop : overluid lezen, leren; — niet binnensmonds : men begon overluid te morren.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. OVERLUID bn. bw., zeer of al te luid. II. OVERLUID’ bw., hoorbaar, hardop : overluid lezen, leren; — niet binnensmonds : men begon overluid te morren.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: