Overliggeld
o. (-en), geld dat men verschuldigd is wegens het overliggen van een schip.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
of demurrage (handelsecon.), vergoeding, welke de bevrachter verschuldigd is, wanneer hij voor het laden en lossen meer dagen noodig heeft, dan in de → charterpartij overeengekomen is.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Hagers (1910)
Overliggeld - schadeloosstelling, verschuldigd wegens het ophouden van een schip na de voor lading en lossing vastgestelde dagen. Het overliggeld bedraagt voor elken dag, voor de eerste honderd M3. inhoud van het schip of vaartuig ƒ 0.06 per M3., en voor eiken M3. inhoud daarboven ƒ 0.02, met dien verstande, dat per dag nimmer minder dan ƒ 4 versch...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: