Overlaten
(liet over, heeft overgelaten), 1. over iets heen laten (gaan enz.): men laat dieren noch mensen de brug over; een zomerkade waarvan een gedeelte geschikt is tot het overlaten van water; 2. aan een ander afstaan, overdoen: zijn bezittingen aan zijn schuldeisers overlaten; 3. (Zuidn.) overdoen, verkopen: een winkel aan iem. overlat...