Overkrijgen
v., oerkrije.
M. J. Koenen's (1937)
kreeg over, h. overgekregen (1 ergens overheen krijgen; 2 naar zich toekrijgen; inz. [van elders] op bezoek krijgen): 1 de voerman kon den ezel het bruggetje niet overkrijgen; 2 ongedierte overkrijgen; familie overkrijgen, nl. als logé’s.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('o:vər) is geen samenstelling; het moet zijn: hoe zullen wij die rivier, die balen katoen over krijgen.
J.H. van Dale (1898)
Overkrijgen (kreeg over, heeft overgekregen), over iets heen krijgen: hij kon het paard de brug niet overkrijgen; te veel krijgen; naar zich toe krijgen; ik heb dit overgekregen, dit is mij gezonden; — hij krijgt familie over, hij krijgt familie van elders ten bezoek; — (Zuidn.) kapot, in twee stukken krijgen: hij kon den stok niet ove...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: