Wat is de betekenis van Overknabbelen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overknabbelen

I. (overknabbelde, heeft overknabbeld), (Zuidn.) 1. over het hele voorwerp knabbelen; 2. (fig.) (gemeenz.) overwegen, nadenken over: ik zal dat nog eens overknabbelen, voor ik toestem; II. (knabbelde over, heeft overgeknabbeld), in twee stukken knabbelen.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

overknabbelen

(eind 19e eeuw) (Vlaanderen, inf.) overpeinzen; nadenken (over iets); herkauwen. • (Lodewijk Willem Schuermans: Algemeen Vlaamsch idioticon. 1865) • Een werk nog eens overknabbelen. (Aug Rutten: Bijdrage tot een Haspengouwsch idioticon. 1890) • … de eene was een lange, magere gast met te groote, afgedragen schoenen, met te n...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overknabbelen

Overknabbelen (overknabbelde, heeft overknabbeld), (Zuidn.) over het heele voorwerp knabbelen; — (fig.) (gemeenz.) overwegen, nadenken: ik zal dat nog eens overknabbelen, voor ik toestem; — (knabbelde over, heeft overgeknabbeld), in twee stukken knabbelen.

Gerelateerde zoekopdrachten