Wat is de betekenis van Overkleden?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overkleden

I. (kleedde over, heeft overgekleed), opnieuw kleden; verkleden: zij kleedt zich over voor de maaltijd; II. (overkleedde, heeft overkleed), bekleden, met zekere stof bedekken: stoelen opnieuw overkleden.

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overkleden

v., oerklaeije.

Gerelateerde zoekopdrachten