Overdrijven
I. (dreef over, heeft en is overgedreven), 1. naar de overzijde drijven: de plank is overgedreven; — ook overg., hoewel w. g.; 2. voorbijtrekken: het onweer is overgedreven; ook fig.; II. (overdreef, heeft overdreven), 1. (eig.) te sterk drijven (vee enz.); 2. te ver gaan met iets, geen maat houden: hij overdrijft alles:...