Wat is de betekenis van Overbuigen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overbuigen

(boog over, heeft en is overgebogen), ter zijde of krombuigen of gebogen worden; — wederk.: zich naar iemand overbuigen.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overbuigen

v., oerbûg(j)e.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overbuigen

(boog over, heeft en is overgebogen), ter zijde of krombuigen of gebogen worden; wederk.: zich naar iemand overbuigen.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overbuigen

Overbuigen (boog over, heeft en is overgebogen), naar eene zijde krombuigen of gebogen worden. OVERBUIGING, v. (-en), het overbuigen.

Gerelateerde zoekopdrachten