Over den puthaak getrouwd zijn
Dit wordt schertsend van man en vrouw gezegd, die in onwettige gemeenschap met elkander leven. Zie Harreb. 1,265 a; Onze Volkstaal II, 102 (Ned.-Betuwe): over de puthaok vrije, waarmede bedoeld wordt ‘de allereerste vrijage in de jongelingsjaren, dikwerf ontstaan uit of begunstigd door vertrouwelijke buurpraatjes van jongelieden...