ovariophorus
ovarióphorus (-a, -um), - van Lat. ovarĭum (van ovum, ei), eierstok; Gr. pherein, dragen: een of meer eierstokken of daarop gelijkende organen dragend. - Deze samenkoppeling van Lat. en Gr. is niet fraai: ovariĭfĕr(us) zou beter geweest zijn.