ouwewijven
1) (1904) (inf.) ouwehoeren, kletsen. • Wat ligge jullie daar nou te ouwewijve.... of die jonge nou 'n beetje eerder of 'n beetje later komt.... (Jacob Israël De Haan: Pijpelijntjes. 1904) • Dimitri en ik waren soms echt een oud echtpaar. Ik merk het zelf aan de relatie waar ik dan het langste mee ben, dertien jaar. Dan hoor je jeze...