Wat is de betekenis van Outgoing?

2025-07-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

outgoing

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] extravert - Extraverte mensen zijn graag geziene gasten.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Outgoing

ook: outreaching [Eng.] (psych.) naar buiten toe; een outgoing type: iemand die van zijn hart geen moordkuil maakt.

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

outgoing

I. 1. uitgaand; 2. aflopend [getij]; 3. vertrekkend [trein]; 4. aftredend [minister]; II. outgoings, uitgave(n), (on)kosten.