Wat is de betekenis van Oscĭto?

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Oscĭto

āre, en oscitor, āri; 1. de mond opsperren, vand. = krijsen (van vogels). 2. in 't bijz., geeuwen; vand. oscitans = slaperig, lui, zonder belangstelling, Cic.

Gerelateerde zoekopdrachten