Wat is de betekenis van Oscilleren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oscilleren

(oscilleerde, heeft geoscilleerd), (<Fr.), slingeren, schommelen, zich bewegen om een vast punt; ook met betr. tot een voortdurend toe- en weer afnemen van de intensiteit van een verschijnsel; — (stoomw.) oscillerende machine, waarbij de cylinder om tappen kan schommelen, om de zuigerstang de beweging van de krukpen te laten volgen.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Oscilleren

[Lat. oscillare = schommelen, van oscillum = klein masker of poppetje (verklw. van os = mond) aan boom gehangen, waar het schommelend heen en weer bewoog] slingeren, trillen.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Oscilleren

trillen; schommelen

2025-07-24
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Oscilleren

(Lat. oscilláre = schommelen; oscillum = masker of poppetje dat bij sommige plechtigheden in een boom werd opgehangen en daar dan heen en weer schommelde; dem. v. os = gelaat, masker). Heen en weer gaan, slingeren, trillen.

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Oscilleren

(wisk.), driepuntig raken.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

oscilleren

zie genereren.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oscilleren

(oscilleerde, heeft geoscilleerd), slingeren, schommelen, zich bewegen om een vast punt (oscillator); ook met betrekking tot een voortdurend toeen weer afnemen van de intensiteit van een verschijnsel. oscillerende reeks, reeks met oneindig veel termen u1 + u2 + ..., waardoor de rij = S1 = u1, s2 = u1j + u2, ... van de partiële sommen geen lim...

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)