Orlov
('orlof) I. Eig. Russische vorsten nl. 1. (Gregoor) ° 1734, ✝ 1783 te Moskou en 2. (Alexej) diens broeder, beiden gunstelingen van Catharina II van Orley (van) voor de ramen van Rusland en moordenaars van Peter III. II. m. Metn. [van I 2] grote Russische ➝ diamant, eertijds in de scepter van de Russische tsaar.