Wat is de betekenis van orillonspasser?

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

orillonspasser

m. -s (Fr. oreillon = oortje, uitsteeksel in de vorm v. e. oor: tekenpassertje); ook: oreillonspasser. (ll = lj).

Gerelateerde zoekopdrachten