Wat is de betekenis van orgiast?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Orgiast

(<Gr.), m. (-en), ingewijde die de orgiën meeviert.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Orgiast

ingewijde die aan orgiasme meedoet.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Orgiast

ingewijde in en deelnemer aan een orgiasme

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

orgiast

m. deelnemer aan een orgie.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

orgiast

m. en v. -en (eig. ingewijde, die de orgiën meevierde); orgiastisch bn., bw. (dweepachtig opgewonden). (g = g).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

orgiast

(orgi’ast) m. (-en) deelnemer aan orgieën.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

orgiast

m. (-en), ingewijde die de orgieën meeviert.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Orgiast

m. Gr., deelnemer aan een orgie.