Orchestrion
o. (-s), soort van kabinetorgel dat alle blaasinstrumenten van het orkest nabootst.
S. van Ameringen (1962)
groot mechanisch muziekinstrument dat het geluid van een volledig orkest (ook de instrumenten afzonderlijk) kan nabootsen, geconstrueerd door F.Kaufmann te Dresden (1846-1851).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
mechanisch muziekinstrument, dat de klank van de blaasinstrumenten van een orkest nabootst.
M. J. Koenen's (1937)
o. -s (Gr. orchestra = orkest; muz. kabinetorgel, de instrumenten v. e. geheel orkest nabootsend). (ch = k).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Mechanisch muziekinstrument, dat bedoelt een orkestraal ensemble na te bootsen; uitvinding van Fr. Th. Kaufmann (1851). Voorloopers waren o.m. de Panharmonika van Malzel (1807), waarvoor Beethoven zijn „Schlacht bei Vittoria” schreef, en het reusachtige Apollonikon (1 900 pijpen) van Flight en Robson te Londen (1812-’17). de Klerk...
Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)
een in 1851 door Fr. Th. Kaufmann te Dresden vervaardigd mechanisme, dat op vrij nauwkeurige manier een orkest van blaasinstr. nabootste. Ook een door Thom. Ant. Kunz te Praag (1791) vervaardigde combinatie van piano en orgel, die — verbeterd door Still en Schmidt te Praag — 230 snaren en 360 pijpen bevatte, waarmee — naar het hee...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: