Orberen
(orberde, heeft georberd), (vero.) te zijnen nutte gebruiken; — (in ’t bijz.) nuttigen: een broodje orberen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(orberde, heeft georberd), (vero.) te zijnen nutte gebruiken; — (in ’t bijz.) nuttigen: een broodje orberen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Orberen - (orberde, heeft georberd), gebruiken (iets, om het niet te laten bederven), nuttigen.
I.M. Calisch (1864)
Orberen, bw. gel. (ik orberde, heb georberd), gebruiken (iets, om het niet te laten bederven).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: