Opvaart
v., 1. (dicht.) opstijging ten hemel; het sterven ; 2. het opvaren van een rivier.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. (dicht.) opstijging ten hemel; het sterven ; 2. het opvaren van een rivier.
J.H. van Dale (1898)
Opvaart - v. opstijging; de opvaart (hemelvaart) van Jezus; — het opvaren (eener rivier).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
I.M. Calisch (1864)
Opvaart, v. opstijging; de - (hemelvaart) van Jezus. *-, het opvaren (eener rivier). *...VALLEN, ow. ong. vallen op (iets); opvallend, in het oog loopend. *...VANGEN, bw. ong. iets in zijnen loop of in zijne vlugt vangen; den verderen val tegenhouden; onderscheppen (brieven); vatten, aanhouden; verzamelen, laten loopen (vloeistof in eenig voorwerp...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: