Wat is de betekenis van Opvaart?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opvaart

v., 1. (dicht.) opstijging ten hemel; het sterven ; 2. het opvaren van een rivier.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opvaart

Opvaart - v. opstijging; de opvaart (hemelvaart) van Jezus; — het opvaren (eener rivier).

2025-07-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Opvaart

Opvaart, v. opstijging; de - (hemelvaart) van Jezus. *-, het opvaren (eener rivier). *...VALLEN, ow. ong. vallen op (iets); opvallend, in het oog loopend. *...VANGEN, bw. ong. iets in zijnen loop of in zijne vlugt vangen; den verderen val tegenhouden; onderscheppen (brieven); vatten, aanhouden; verzamelen, laten loopen (vloeistof in eenig voorwerp...

Gerelateerde zoekopdrachten