Wat is de betekenis van Optakelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Optakelen

(takelde op, heeft opgetakeld), 1. met takels ophijsen: vaten en kisten optakelen ; 2. optuigen : schepen optakelen; 3. (smakeloos) optooien, opdirken : hij heeft zich raar opgetakeld.

2025-07-28
Spreekwoordenboek

Ed van Eeden (2017)

Optakelen

Daarvoor heeft Els zich nogal opgetakeld: Els heeft zich opzichtig uitgedost.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Optakelen

v., optakelje, -hise.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

optakelen

('op) (takelde op, heeft opgetakeld) 1. met takels ophijsen: kisten -. 2. optuigen: een schip -. 3. Gemz. opdirken, opsmukken, optooien: zich -.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

optakelen

(takelde op, heeft opgetakeld), 1. met takels ophijsen: vaten en kisten optakelen; 2. optuigen: een schip optakelen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Optakelen

Optakelen - (takelde op, heeft opgetakeld), met takels ophijschen : vaten en kisten optakelen; — optuigen : schepen optakelen; — hij heeft zich raar opgetakeld, opgedirkt, opgesmukt. OPTAKELING, v. (-en).

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Optakelen

Optakelen, bw. gel. met takels ophijschen; optuigen (schepen). *...TAKELING, v. *...TARNEN, bw. ow. gel. tarnende losmaken, eenen naad opensnijden; losgaan (van iets dat genaaid is). *...TASSEN, bw. gel. ophoopen, opstapelen; (fig.) verzamelen. *...TEEKENAAR, m. (-s), *-STER, v. (-s), die opteekent. *...TEEKENEN, bw. gel. de laatste hand aan e...

2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Optakelen

b.w. - Hetzelfde als optuigen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)