Wat is de betekenis van opspelden?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opspelden

(speldde op, heeft opgespeld), 1. op iets vastspelden; 2. met spelden hoger vaststeken: een rok opspelden.

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opspelden

opspelden - regelmatig werkwoord uitspraak: op-spel-den 1. met een speldje ergens op vastmaken ♢ ze kreeg de medaille door de burgemeester opgespeld Regelmatig werkwoord: op-spel-den ik speld op (... ik opspeld)...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opspelden

spelde op, h. opgespeld (met spelden vastmaken, opschorten): een prent opspelden, a. d. wand; een japon met (sluit)spelden opschorten.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opspelden

('op) (spelde op, heeft opgespeld) 1. er met spelden op vastmaken: een prent tegen de wand -. 2. met spelden in de hoogte vastmaken: een kleed -.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opspelden

(speldde op, heeft opgespeld), 1. op iets vastspelden; 2. met spelden hoger vaststeken.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opspelden

Opspelden (speldde op, heeft opgespeld), op iets vastspelden; — iets met spelden hooger vaststeken.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten