Opspelden
(speldde op, heeft opgespeld), 1. op iets vastspelden; 2. met spelden hoger vaststeken: een rok opspelden.
Van Dale Uitgevers (1950)
(speldde op, heeft opgespeld), 1. op iets vastspelden; 2. met spelden hoger vaststeken: een rok opspelden.
Muiswerk Educatief (2017)
opspelden - regelmatig werkwoord uitspraak: op-spel-den 1. met een speldje ergens op vastmaken ♢ ze kreeg de medaille door de burgemeester opgespeld Regelmatig werkwoord: op-spel-den ik speld op (... ik opspeld)...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
spelde op, h. opgespeld (met spelden vastmaken, opschorten): een prent opspelden, a. d. wand; een japon met (sluit)spelden opschorten.
Jozef Verschueren (1930)
('op) (spelde op, heeft opgespeld) 1. er met spelden op vastmaken: een prent tegen de wand -. 2. met spelden in de hoogte vastmaken: een kleed -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(speldde op, heeft opgespeld), 1. op iets vastspelden; 2. met spelden hoger vaststeken.
J.H. van Dale (1898)
Opspelden (speldde op, heeft opgespeld), op iets vastspelden; — iets met spelden hooger vaststeken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: